Rwanda.
Langzaam rijden we met de auto over de weg die ik de hilly rocky holes wegen of – lanen noem; Joelend en lachend draaft een groepje 4 tot 6 jarige jongetjes, en komen naast de auto lopen en roepen allemaal 'hello howayou”, hun Engels uitproberend en ondertussen de hand uistekend door het open raam. Ze waren aan het voetballen, en 2 van de jongens laten me vol trots hun voetbalschoen zien. Schoen? Eentje, een afgesleten oranje voetbalschoen, aan de rechtervoet, aan de linker een vreemdsoortig ander schoeisel, de andere jongen aan zijn linkervoet een voetbalschoen, die ooit wit en heel was. Maar wat waren ze trots en stoer. Ze draven nog even mee en wuiven ons dan enthousiast na. En beginnen weer dapper met hun voetbal, de steen, natuurlijk hoog te scoren. We reden door, en ik vroeg me af hoeveel er bij ons in Nederland in het vuilnis verdwijnt wat voor zowel dit kind als de oudere vrienden waarde heeft...
Ik kom in een huis waar de enige decoratie op de muur een tekening is met twee kleuren;rood en blauw, een hart en een kruis erin en de woorden “God is love.¨ Er wordt gekookt op de grond in het zand met kooltjes, er is geen stromend water, geen sanitair, geen bed, geen dekens, geen gordijn... Dit is Rwanda
Ik kom in een huis waar de enige decoratie op de muur een tekening is met twee kleuren;rood en blauw, een hart en een kruis erin en de woorden “God is love.¨ Er wordt gekookt op de grond in het zand met kooltjes, er is geen stromend water, geen sanitair, geen bed, geen dekens, geen gordijn... Dit is Rwanda